Taskmasking en de legger

Taskmasking en de legger

6 juni 2025 Uit Door Admin

Ik kom de laatste tijd regelmatig de term taskmasking tegen. Taskmasking komt erop neer dat je doet alsof je het heel druk hebt, terwijl je in feite niets uitvoert. Het schijnt vooral een typisch kenmerk te zijn van Generatie Z – de generatie die is opgegroeid met internet en sociale media, en bestaat uit mensen geboren tussen 1995 en 2010. Ze worden gekenmerkt als digital natives, met maatschappelijke betrokkenheid en een sterke focus op diversiteit en inclusiviteit.

Wat dat alles met taskmasking te maken heeft, weet ik niet – maar wat ik wél weet, is dat taskmasking van alle tijden is. Alleen had het vroeger geen mooie naam.

Halverwege de jaren tachtig (van de vorige eeuw moet je daar tegenwoordig bij zeggen) kwam ik samen met drie andere jonge collega’s, net na onze opleiding tot Commies Bijzondere Invordering, terecht op het toenmalige ontvangkantoor in Apeldoorn. Als een stel jonge honden werden we ondergedompeld in de wereld van de ambtenarij – met pakken en stropdassen. Onze eerste daad van intern verzet: géén pakken en géén stropdassen dragen.

Dit zou dan het begin van een carrière moeten zijn. Nou ja, een loopbaan misschien.

Een paar deuren verderop zat een aardige oudere man, wel in pak en stropdas. Een referendaris – geen idee wat dat betekende, maar het kwam met een hoge loonschaal. Op een dag hoorden we dat hij Koninklijk zou worden onderscheiden omdat hij vijftig jaar (sic) in overheidsdienst was. Hij was 64, maar was al op zijn veertiende begonnen bij de provincie – als, laten we zeggen, paalvasthouder bij een landmeter.

Destijds mocht je na veertig dienstjaren met pensioen. Met 54 dus. Maar hij was gebleven. Misschien was thuiskomen geen aanlokkelijk vooruitzicht.

We hadden hem – op het eindeloos doorbladeren van een paar dossiers na – nooit kunnen betrappen op iets wat op werken leek. Taskmasking avant la lettre. Het leverde hem nog een lintje op ook.

Maar het mooiste voorbeeld was toch wel de man met de legger.

Onze kamer lag aan een galerij die vierkant rond de grote hal in het belastinggebouw liep. Aangezien wij een open-deurbeleid hanteerden, zagen we hem telkens langslopen – met een ‘legger’ onder zijn arm. Een legger was een kartonnen omslag met allerlei papieren erin.

Aangezien hij wel érg vaak langskwam, begonnen wij op A4’tjes zijn rondetijden te noteren. Zodra we hem zagen aankomen, hield een van ons het blaadje buiten de deur – met daarop bijvoorbeeld: 36,1 of 37,8. Hij begon er steeds chagrijniger bij te kijken.

Een oudere collega legde uit dat zo’n legger spottend een ‘loop-legger’ werd genoemd. Dan wek je naar buiten toe de indruk dat je druk bent, terwijl je in feite niets te doen hebt. Nog meer taskmasking, dus.

Ach, de man had waarschijnlijk geen carrière – maar ontegenzeggelijk wél een loop-baan.

Fijn weekend.