Sinterklaasverhalen, de blunders en de missers

Sinterklaasverhalen, de blunders en de missers

15 november 2024 Uit Door Admin

Dit weekend is de intocht van Sinterklaas. Helaas gaat die steeds vaker gepaard met discussies en bedreigingen. Maar ondanks dat gaan we dit jaar weer gewoon op pad.

Maar als je meer dan 40 jaar lang jaar in, jaar uit bij tientallen gezinnen per jaar over de vloer komt, kan het statistisch niet anders of er moet wel eens keer iets fout gaan. En geloof me, dat gaat het ook. De komende weken maar eens een paar missers.

Rommeldebommel…of rinkeldekinkel…

We waren een keer opgetrommeld bij een gezin in een plaatselijk nogal als berucht bekend staande wijk. De politie reed er destijds doorheen met de deuren op slot, om maar een indicatie te geven. De Sint kent echter geen aanziens des persoons, dus blij gemoed ging het gezelschap op weg. Het was bij uitzondering een koude Sinterklaasavond, dus de luitjes hadden de kachel behoorlijk opgepord.

Nu moet ik erbij vertellen dat ik in het dagelijks leven brildragend ben, maar het geen gezicht vind als Sint een grote bril op zijn neus heeft. Een leesbrilletje soit, maar dat is het dan ook. Dus praktisch gezien was ik op een afstand van meer dan een meter vrijwel blind. Een omstandigheid die me, geloof ik, niet veel heeft doen missen al die jaren.

Ik had dus een leesbrilletje op mijn neus toen ik de oververhitte kamer binnen kwam. Die besloeg dan ook meteen, zodat ik binnen de eerder genoemde meter ook niks meer zag. Horen deed ik des te meer, want allemachtig wat was die kamer vol en wat zongen ze. Ik schreed maar gewoon voorwaarts naar een ruimte die er knap leeg uitzag. Later bleek die ruimte bedoeld om daar de cadeautjes neer te leggen. Zover dus niks aan de hand. Terwijl ik statig de kamer doorwaadde, hoorde ik ineens rinkeldekinkel. Zeer snedig merkte ik op: ’Goh, er is iemand zo nerveus voor de komst van de Sint, dat hij zijn glas laat vallen.’ Waarop mijn hoofdpiet naast me kwam staan en in mijn oor fluisterde: ‘Dat was geen glas, je hebt met je staf de onderkant van een kroonluchter eraf geslagen! En pa (voorzien van complete stripverhalen op zijn onderarmen, excuses voor het vooroordeel) is daar niet blij mee zo te zien!’ Het liep mij enigszins dun door de broek, mag ik wel bekennen. Gelukkig suste moeder de opkomende woede van pa. Mijn secretaris is verder het hele bezoek bezig geweest met pa om het te regelen met de verzekering. En ik was blij dat ik ongeschonden het pand kon verlaten!

Hans Janssen,