
Op de fiets….. nou nee!
26 augustus 2023
Van de week stond ik met mijn bus op de standplaats voor de pendeldienst in Bennekom. Het is de parkeerplaats van een reusachtige studentenflat in Wageningen. Twee tienermeisjes (omgeving Mali e.o. denk ik) waren bezig met een bezigheid die ik lang niet meer gezien heb: het leren fietsen. Op een gewone oude damesfiets zat het ene meisje zwalkend van links naar rechts luidkeels te lachen terwijl het andere puffend, maar ook met veel plezier, de bagagedrager vast hield. Het plezier spatte eraf.
Toen probeerde ik me me herinneren hoe ik had leren fietsen, maar er kwamen geen beelden bij me op. Ik dacht alleen maar: ‘Jaja, lach maar, pfff!’ Ik heb ongetwijfeld leren fietsen op Presikhaaf. Plat en overzichtelijk. Maar ja, iedereen die Arnhem een beetje kent, weet dat je uiteindelijk moet gaan klimmen. Tot mijn 18e deed ik alles op de fiets. Ik zat bij een scouting-band en er was nogal eens wat te doen op de Waterberg. Voor de niet-ingewijden: Een lange weg die ‘vals plat’ werd genoemd. Ja, ammehoela, klimmen. Zwemmen in de Beuk, tegenwoordig Valkenhuizen. Kiezen tussen de Alpe d’Huez (Dr. Schaepmanlaan) of de Mont Ventoux (de Monnikensteeg, minder stijl maar veel langer). In mijn studententijd zaterdagbaantje bij de post. Hoflaan, Noordpad, Loospad met een zware tas achterop. En wat te denken van de Thomas à Kempislaan?
Maar het ergste? Mijn ouders hadden een stacaravan op Camping de Hoge Veluwe. Van Pasen tot oktober zaten ze daar. Ze vonden mij te jong om alleen thuis te blijven. Dus elke dag trappen en trappen om de 100 meter hoogteverschil te overbruggen, maandenlang. Terwijl mijn school een luttele 800 meter van mijn ouderlijk huis stond. Weer en wind, bult op. Ik heb wat gevloekt, vrees ik. Toen nam ik me al voor dat wanneer ik een rijbewijs zou hebben de fiets de IJssel of de Rijn in zou gaan. Dat rijbewijs kwam er snel, een auto (nou meer een auto-suggestie) kwam er ook. Heeeeeerlijk….. De fiets is niet in het water verdwenen, maar wat er mee gebeurd is, weet ik niet meer. Een geestelijke blokkade, denk ik.
In de jaren erna heb ik heus nog wel geprobeerd om weer wat te gaan fietsen hoor, maar het wil gewoon niet. Aangekochte (oude) fietsen verdwenen ook weer snel. Nee, de fiets is niks voor mij.
Tijdens de Tour de France kijk ik graag naar bergetappes. Op de bank, bakje chips en, nou vooruit, misschien een biertje kijk ik bewonderend naar de inspanningen van de renners. Soms met het kwijl en snot op de kin. En dan denk ik: ‘Heerlijk dat ik niet hoef!’
Ik hoop dat de twee meisjes snel leren fietsen. Ongetwijfeld komt er een keer een E-bike, fatbike of speedpedelec. Maar dat is eigenlijk geen fietsen, toch?
Fijn weekend!