Nu ben ik 65! Ja, dus?
9 augustus 2024Aangezien ik op 9 augustus 1959 ben geboren (ik heb het maar van horen zeggen) is het een rekenkundige zekerheid dat ik vandaag mijn 65e verjaardag vier. Mijn omgeving vindt dat nog steeds een bijzondere verjaardag. Ook in peilingen en publicaties wordt nog volop gesproken over 65-plussers.
Een aantal jaar geleden was de regeling nog zo dat ik vandaag met pensioen zou gaan. Dat klinkt ook meteen alsof je wordt ingelijfd bij de ouden van dagen of de pensionado’s die de winter doorbrengen in Spanje of aanverwante eilanden. Ja, als je geld hebt dan. Maar nu? Als je 65 wordt betekent dat formeel helemaal niks meer. Hoe de feestartikelen met 65 erop dat ook proberen tegen te spreken. Het is dat ik volgende week een dubbele oogoperatie moet ondergaan, anders had ik maandag gewoon weer moeten gaan werken. En dat nog wel 2 jaar. Zelf vind ik dat geen probleem, maar als ik naar mijn eigen kleine ongemakken kijk, zoals een niet meer zo soepele rug of spieren, denk ik maar zo dat de gemiddelde stratenmaker daar heel anders over denkt. En met hem nog wel meer werknemers in bepaalde beroepsgroepen.
Maar goed, ik ben nu 65-plusser. Er komen versieringen met 65 erop. Dat maakt het wel zo gezellig, toch? Ik denk maar zo dat een deel van de visite er toch iets over zal zeggen. Ik heb de afgelopen tijd al zo vaak gezegd dat het niets meer te betekenen heeft, dat ik me heb voorgenomen om dat nu maar niet meer te doen. Ja, hier dan nog even. En dan berust ik maar in de omstandigheid dat ik voor de beeldvorming ben toegetreden tot de senioren. Ik ben blij dat ‘ouden van dagen’ of ‘bejaarden’ nauwelijks meer gebezigd wordt.
Je bent zo oud als je je voelt. Vraag me de ochtend na het vieren van onze verjaardagen (mijn vrouw is dinsdag jarig geweest) nog maar eens hoe oud ik me dan voel. Het kan maar zo zijn dat ik dan echt wel toe ben aan mijn pensioen.
Maar dat is echt nog wel 730 nachtjes slapen. Gelukkig zit er geen schrikkeljaar tussen. Nou ja, dat ene nachtje was ook nog wel gelukt.
Fijn weekend.
Hans Janssen,