De BBQ in de verlenging.

De BBQ in de verlenging.

8 september 2023 Uit Door Admin

De zon schijnt weer, of eindelijk. Blijkbaar voor veel mensen hét moment om de veel geprezen BBQ, die net weer was opgeruimd door een tegenvallende regenachtige zomermaand, weer eens uit de schuur te trekken. Want het is toch altijd ‘zo gezellig’. En we hebben zo weinig de kans gehad dit jaar!

Persoonlijk begrijp ik die fascinatie voor het buiten koken niet zo. De mens is duizenden jaren bezig geweest om vanaf een kampvuurtje zich zodanig te ontwikkelen dat we de mooiste keukens en kookgereedschappen zouden krijgen. Gasfornuizen, inductie-kookplaten, koken onder of op glas. Niets is ons te dol. Zelfs krachtstroom aan laten leggen voor die inductieplaten.

En dan hebben we dat allemaal, dan gaat de mens met mooi weer ineens naar buiten om de al-dan-niet-plofkip op een kolenvuurtje te bakken. Nou, de mens? Ik bedoel eigenlijk de man. Mannen die zich nooit met het bereiden van het eten bemoeien, moeten ineens expert zijn in het buiten bakken. De oermens komt los.

Aangezien die kolenvuurtjes nogal bewerkelijk zijn (rook in de hele buurt, of brandwonden van de spiritus die we er niet op moeten gooien maar er toch opgooien omdat dat klotevuurtje niet aan wil) gaan we de zaak maar een beetje bedonderen. Van een gasbrander onder de kooltjes tot complete buitenkeukens. En dat op een afstand van zo’n 10 meter van de duur aangelegde keuken, waarop ik alles prima kan bereiden en dat alles desnoods nog wel buiten kan serveren. Oké, ook nog wel met het onmisbare biertje erbij.

Maar blijkbaar hebben de bebrilde en ietwat kalende ‘boekhouders’ onder ons ineens de behoefte om de man in zich los te laten. We zijn immers van oudsher ‘jagers’. Ja, maar de jager is de slager geworden. En aangezien we van nature misschien wel lui zijn, komt de slager het wild ook nog brengen. In hapklare brokken ook nog. Evengoed is het buiten bakken en braden niet zonder risico. Neem de geroemde kippenpoot. Er is niks tegen een lekker gebraden pootje op zijn tijd. Maar door de onvoorspelbaarheid van het open vuur, is de buitenkant doorgaans bijna verbrand terwijl de binnenkant nog gevaarlijk rood is. Maar dat merk je pas bij het aansnijden. Opeten of niet, een dilemma. Ach, een lik inmiddels ingedroogde pindasaus erop, kniesoor die er op let. 

Maar dat weerhoudt de moderne oermens niet. Nee, gewapend met schort (soms met de merkwaardige tekst ‘BBQ-master’ o.i.d.) en vleestangen en alles wat er bij schijnt te horen staan ze hun herwonnen instincten uit te leven. Tijdens dat blijkbaar euforische moment, vergeten ze dat het ding weer helemaal schoongemaakt, schoongekrabd moet worden. Na verloop van tijd ziet zo’n rooster er niet bepaald braadwaardig meer uit. Maar dan is er gelukkig altijd weer een groot aanbod in de lente van nieuwe en nog mooiere apparaten.

Begrijp me niet verkeerd: van mij mogen ze, als ze mij er maar buiten laten. En dat ‘buiten’ bedoel ik hier dan figuurlijk.

Hans Janssen,