
‘Dat is alvast een zorg minder…’
4 juli 2025
De vakanties staan weer voor de deur – even los van de mensen die de huisdeur al achter zich hebben gelaten. De reiskoorts onder veel Vaderlanders die hun moederland even willen ontvluchten, neemt weer toe. Vliegreizen zijn al een verhaal apart, maar van de week las ik in de krant tips voor de autovakantie naar het buitenland. Eén tip was dat je het beste van tevoren vignetten kunt kopen en ook alvast tolkosten voor snelwegen en/of tunnels kunt voldoen. Dat geloof ik best, maar de zin die daarop volgde, vond ik buitengewoon angstaanjagend: ‘Dat is alvast een zorg minder!’
Die zin houdt in dat je nog een boel zorgen tegemoet rijdt. De vakantiekeuring voor je auto. De reistabletten voor wagenzieke kinderen. Weten waar je elektrische auto onderweg opgeladen kan worden of waar je in Frankrijk überhaupt nog diesel kunt tanken. Spullen aan boord om je te vermaken als je urenlang in de file staat. Ruzie met je partner omdat je het weer eens niet eens kunt worden over de juiste route. Flitsmeister uit je navigatiesysteem halen, omdat je in Frankrijk een boete van €300 kunt krijgen als die aanstaat. Weer ruzie met je partner over hoe groot de kans nou werkelijk is dat ze je pakken. Door de lange file kom je om 01.00 uur aan bij je veilig vooraf geboekte, gezellige dorpshotel – waar helaas geen nachtservice blijkt te zijn, zodat je met het hele gezin op de parkeerplaats moet overnachten. Door alle strubbelingen onderweg zijn de eerste twee dagen zo brak, dat de minste of geringste ergernis kan ontploffen als een kernbom. Bijvoorbeeld over wie nu uiteindelijk dat belangrijke ding in de auto zou hebben gelegd – en dat er dus niet in ligt. Het op de website van de reisorganisatie beloofde speelparadijs voor de kinderen blijkt wegens verbouwing gesloten. En wat is er gebeurd met het aangekondigde milde klimaat als je vanuit je hotelkamer de regen onophoudelijk ziet vallen, en de enige geruststellende gedachte is dat je niet op een camping staat? Of net andersom: dat je vanuit het raam moet kijken omdat het ineens 40 graden is en het buiten niet te doen is. En dan, bijna aan het eind van de twee weken welverdiende vakantie, het onontkoombare moment dat je je realiseert dat je dat hele klotestuk ook weer terug moet.
Eindelijk thuis zak je in je makkelijke stoel om bij te komen van de vakantie, terwijl het toch eigenlijk de bedoeling was dat je in de vakantie zou bijkomen van een jaar – meer of minder – hard werken.
Ik zeg niet dat alle beschreven rampen zich ook daadwerkelijk voordoen hoor, maar het kán wel. Maar je vignetten en tol waren vooraf geregeld. Dat was toch een zorg minder! Je moet maar zo denken: je moet het in het leven van de kleine dingen hebben.
Ik heb ook nog wel een tip om die zorg te vermijden: blijf lekker thuis. Je hebt alles bij de hand en van wat die vakantie zou hebben gekost, kun je veertien dagen als God in Frankrijk leven – ook al ben je er dan niet echt. Kijk, Liselot, daar heb ik nou echt sinnenin.
Gaat u toch weg? Dan wens ik u een voorspoedige reis toe. Het is u gegund. Blijft u thuis? Dan behoren u en ik tot dezelfde groep toeristen in eigen huis en/of tuin. Heerlijk, zo’n eigen bed!
Fijn weekend.
Hans Janssen,